In 1993 beoogde de antiwitwaswet preventieve maatregelen te installeren ten aanzien van ondernemingen en personen die een financieel beroep uitoefenen. Deze wet voerde de verplichting in tot samenwerking met het oog op het opsporen van verdachte verrichtingen waarvan vermoed wordt dat zij verband houden met het witwassen van geld afkomstig uit verdachte of criminele bron. Bij wet van 10 augustus 1998 werd ook de vastgoedmakelaar onder de toepassing van de antiwitwaswet gebracht. De BIV-plichtenleer verwijst uitdrukkelijk naar de antiwitwaswet. Bij wet van 18 januari 2010 werd de anti-witwaswet van 1993 gewijzigd waarbij de zogenaamde derde antiwitwasrichtlijn werd omgezet in Belgisch recht. Zo werd de identificatie van cliënten er verder in uitgewerkt. De antiwitwaswet van 2017 heeft deze van 1993 integraal vervangen. Een nieuw antiwitwasreglement dat op 1 juli 2022 inwerking is getreden geeft uitvoering aan de antiwitwaswet van 2017 en beschrijft hoe vastgoedmakelaars te werk moeten gaan om te voldoen aan de verplichtingen voortvloeiend uit de antiwitwaswet.